Komende nacht is het eindelijk zover; om 3.45 uur starten voor Evy Poppe de Olympische Spelen in Bejing. De nog steeds maar 17-jarige inwoonster van de Leegstraat blijft er vrij nuchter onder.
Maanden- misschien wel jarenlang heeft ze eraan gewerkt, vanaf haar vijf jaar zelfs, maar nu is het zover. Op haar zeventiende maakte Evy Poppe haar debuut op de Olympische Spelen, en als het wat meezit in haar carrière zijn het niet haar laatste spelen.
Vorige zaterdag vertrok ze met de Belgische delegatie naar de Chinese hoofdstad Bejing voor de 24ste Olympische Winterspelen. De omstandigheden zijn er typisch winters: “van -15 tot -18 graden en nogal wat wind”, klinkt het vanuit het verre oosten. Op één week tijd hebben ze de jetlag van zeven uur (ginds is het zeven uur later) te verteren.
“De trainingen duren hier gemiddeld drie uur in de winterse koude”, zegt haar coach Maarten Avonds. “Maar daarna keren we terug naar het Olympisch dorp voor recuperatie in de gym en voor veel te rusten”. En natuurlijk ook om te eten: “er is de Aziatische, de Europese en de Wereldkeuken”, zegt Avonds nog, “maar allemaal met een Chinese touch”.
Zaterdagochtend om 3.45 uur starten ze aan de eerste run in de kwalificaties van de Slopestyle. Die vangt aan met de Finse Rukajarvi. Evy is als 22ste aan de beurt voor de Amerikaanse Rummel en na de Tsjechische Ancochova en heeft het nummer… 13, of hoe een ongeluksgetal misschien veel geluk kan brengen. Vanaf 4.47 uur starten de dertig deelneemsters aan de tweede run. De twaalf best geklasseerde dames plaatsen zich voor de finale die zondag om 3.45 uur van start gaat, met drie in plaats van twee runs.
